H
Hagelschade: Mechanische schade aan tere delen
van de plant, zoals loof, bloemen, vruchten en bast van jonge twijgen.
H/D verhouding: Maat van stabiliteit van een boom.
Deze eigenschap van een boom wordt uitgedrukt in de slankheidsgraad
of hoogte/diameterverhouding. Dit verhoudingsgetal wordt bepaald door de hoogte
(in cm) te delen door de diameter op borsthoogte (ook in cm).
Hdom: Dominante
hoogte, het rekenkundig gemiddelde van de honderd
dikste bomen per hectare. U meet per opstand altijd minimaal 6 bomen per
boomsoort, verhoogd met 2 bomen per ha voor elke ha meer. Om de Hdom te meten neemt u verspreid
over de oppervlakte per are de dikste boom. Dus als u berekend
heeft dat u 12 dominante hoogtes moet meten, dan moet u 12 maal een plot van
één are (cirkel met straal 5,65
meter) uitzetten en daar van de dikste boom de hoogte meten.
Hg: Hoogte opstandsmiddenboom,
de hoogte van de boom met de dg-diameter (=gemiddelde
grondvlak = de gemiddelde kwadraat-diameter);
Gewoonlijk aangeduid als gemiddelde hoogte.
Hittescheuren: Vooral
bij fijnspar ontstaan soms laat in warme zomers hittescheuren. Deze zijn het
gevolg van spanningen tussen de buitenste, drogere en de binnenste, meer
waterrijke spintlagen.
Hoogdunning: Dunning die de concurrentie in de boomlaag beïnvloedt.
Horizontale structuurvariatie: Verschillen in horizontale dimensie
zoals dicht - open, jong - oud, naald - loof, grote – kleine open plekken
(variatie tussen bos, open terrein, water, bosrand, etc.)
Houtproduktie: Voortbrenging van houtprodukten,
door middel van het gebruik van kapitaal en arbeid met een zo gunstig mogelijk
resultaat.
Houtvoorraad: De staande houtvoorraad (ook wel
werkelijke houtvoorraad genoemd) is de hoeveelheid hout (spilhout met schors)
van alle stammen in de opstand, weergegeven in m3 per ha.