L
Laagdunning: Een dunningsingreep die
gericht is op het wegnemen van onderdrukte bomen in een opstand of anders
gezegd het wegnemen van de bomen met de kleinste kronen en de kleinste
diameters.
Langhout: Geveld rondhout dat nog niet voor
een bepaald gebruiksdoel is gereed gemaakt. Geriefhout valt bij deze indeling
niet onder het begrip langhout.
Langhoutmethode: Het gevelde hout wordt bij de stobbe gesnoeid en in
zijn volle lengte naar de trekkerspaden of boswegen gesleept, om aldaar te worden gekort in sortimenten, of als langhout te
worden afgevoerd naar een centrale verwerkingsplaats.
Licht hout: Geveld langhout met een diameter
op het midden gemeten kleiner dan 21
cm. (in hele cm naar beneden afgerond).
Lichtboomsoort: Soort die voor zijn groei relatief
veel licht nodig heeft. Bij beschaduwing stagneert de
groei, wat tot afsterven kan leiden. Kronen van volwassen bomen laten op hun
beurt weer veel licht door.
Lichten (of lichtingskap): Een sterke dunning
met als doel meer licht door het kronendak te laten vallen t.b.v. verjonging of
de ondergroei.
Lopende bijgroei: Toename van de som van alle
boomvolumes van een opstand in het jaar van waarneming, uitgedrukt in m3 /
ha / per jaar.