begrip

Maak uw keuzeBADHIJKLMNOPQRTUSVWXYZCGFE

B

Beheersdoel: (planmatig beheer) Beheersdoelen volgen uit de visie en zijn evalueerbaar. Bijvoorbeeld verhogen van dood hout.

 

Bijgroei: De volumetoename van een boom (of opstand) per jaar per oppervlakte-eenheid ten gevolge van groei (=aanwas).

 

Blessen: Het merken van bomen die geveld moeten worden. Dit gebeurt door op ooghoogte met een speciaal mes of guts een stukje bast te verwijderen of de boom te markeren met een spuitbus.

 

Blijvende kroon: Alle takken die hun aanzet hebben boven het gedeelte van de stam dat bij een volwassen boom takvrij moet zijn. Deze takken worden niet gesnoeid en mogen (moeten) volledig uitgroeien.

 

Bliksemschade: Veroorzaakt alleen indirecte grote schade als blikseminslag bosbrand tot gevolg heeft. De directe mechanische schade uit zich in enkele centimeters breed bliksemspoor van soms vele meters lengte van boven tot onder aan de boom. Vaak loopt dit met de vezelrichting mee min of meer in een spiraal waarbij schors en of houtlagen worden losgeslagen.

 

Bodemgeschiktheid: De mate waarin een bodem voor wat betreft zijn chemische en fysische eigenschappen geschikt is voor een beoogde boom of struiksoort.

 

Boomfase: Vervolg op stakenfase, één of meerlagig bos waarin vooral diktegroei en kroonontwikkeling optreedt; de lengtegroei gaat door, maar minder snel als in de stakenfase. Bloei en vruchtvorming treden op.

 

Boomlaag: Vegetatielaag die door boomkruinen bepaald wordt.

 

Boommassatabel: Tabel waarin met als ingang de boomhoogte en -diameter het boomvolume kan worden afgelezen. Zie ook Dik, methode. 

 

Bosklimaat: Microklimaat in een bos met een afwijkende luchtvochtigheid, geringere temperatuurschommelingen en minder wind in vergelijking met een open vlakte.

 

Bosinventarisatie: Inventarisering van terreinkenmerken ten behoeve van het bosbeheer.

 

Bosontwikkelingsfase: Stadium waarin het bos verkeert onder te verdelen in kale, jonge, dichte, staken-, boom- en oude fase. Zie verder onder de genoemde begrippen in deze lijst. 

 

Bosstructuur: Ruimtelijke afwisseling binnen een bos. Het gaat daarbij zowel om horizontale als verticale variatie.

 

Brandhout: Hout dat slechts als brandstof waarde heeft.

 

[B]