Dunningshandleiding©

 

‘Op zoek naar de ideale boom’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Buiting Bosontwikkeling

Dieren, november 2002

 

 

 

 

© Buiting Bosontwikkeling 2002.
Niets uit deze publicatie mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
 

 

 


Doel van de Dunningshandleiding

Met actief beheer kunnen gewenste bosbeelden worden gerealiseerd. Het uitvoeren van een dunning is daarbij het belangrijkste sturingsmiddel. Toch wordt door veel boseigenaren maar in geringe mate van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Dat is jammer: door meer te dunnen zouden de gewenste bosbeelden eerder in zicht komen.

 

De dunningshandleiding is ontwikkeld met twee doelen:

·         Op de eerste plaats biedt de dunningshandleiding ondersteuning bij het bepalen van de dunningsnoodzaak. Door het gebruiken van de dunningshandleiding wordt het in principe voor iedereen mogelijk de vraag te beantwoorden: Is deze opstand aan een dunning toe?

·         Een tweede belangrijk doel van de dunningshandleiding is eigenaren bewust te maken van de noodzaak in het bos in te grijpen. De dunningshandleiding biedt informatie waardoor boseigenaren dunnen (weer) als een waardevol instrument gaan zien.

 

 

Werken met de dunningshandleiding

Werken met de dunningshandleiding is eenvoudig. Om te bepalen of een opstand aan een dunning toe is, doorloopt u vijf stappen.

 

Allereerst verzamelt u thuis administratieve gegevens van de te beoordelen opstand. Om welke gegevens het gaat, staat beschreven bij stap A (Algemene gegevens).

 

De rest van de beoordeling gebeurt in het bos. In de te beoordelen opstand selecteert u een proefboom. Van deze boom verzamelt u een aantal gegevens. Hoe u de proefboom moet selecteren en welke gegevens u dient te verzamelen, staat beschreven bij stap B (Gegevens proefboom en bosstructuur). Met de in B verzamelde gegevens voert u bij stap C (Berekenen vitaliteitswaarden) een aantal berekeningen uit. Daarvoor worden een aantal formules aangereikt. Tenslotte beoordeelt u bij stap D (Beoordelen huidige situatie) een vijftal criteria. Op basis van deze beoordeling kunt u bij stap E (Conclusies) uitspraak doen over de dunningsnoodzaak.


A: Algemene gegevens

In de onderstaande tabel vult u de algemene gegevens in. Deze gegevens kunnen het beste thuis worden ingevuld. U kunt de toelichting bij de algemene gegevens bekijken door de verschillende velden (A1 t/m/ A3) aan te klikken.

 

Algemene gegevens

 

A1. Datum beoordeling

 

A2. Afdeling

 

A3. Wanneer is de laatste dunning uitgevoerd?

 

Tabel 1: Algemene gegevens

 

 

B: Gegevens proefboom en bosstructuur

Om de dunningsnoodzaak te kunnen bepalen dient u een aantal gegevens over de huidige toestand van de proefbomen en over de opstand als geheel te verzamelen. Dat gebeurt door in de opstand een ‘proefboom’ te kiezen. Een proefboom is daarbij een boom die gedurende een lange periode binnen de opstand gehandhaafd moet blijven. Een toekomstboom is een voorbeeld van een goede proefboom. Bestaat de opstand uit een menging van boomsoorten, dan kunt u ervoor kiezen om per boomsoort een poefboom te nemen.

 

Aan de proefboom worden 6 metingen c.q. waarnemingen verricht (B1 t/m B6). Daarnaast wordt een waarneming uitgevoerd gericht op de bosstructuur (B7). De resultaten van de metingen/waarnemingen vult u in tabel 2 in. U kunt de toelichting bij de proefboom-/bosstructuur-gegevens bekijken door de verschillende velden (B1 t/m/ B7) aan te klikken.

 

Gegevens proefboom en bosstructuur

 

B1. Boomsoort

 

B2. Diameter borsthoogte (dbh)

cm

B3. Boomhoogte

m

B4. Lengte takdode stamdeel

m

B5. Kroonruimte

%

B6. Maximaal bereikbare hoogte

m

B7. Bosstructuur

Ja / Nee

Tabel 2: Inventarisatiegegevens

 

 

C: Berekenen boomkenmerken

Om in hoofdstuk D alle criteria te kunnen beoordelen dient u in dit hoofdstuk drie boomkenmerken te berekenen, namelijk de diepte van de levende kroon, het kroonpercentage en de hoogte/diameter verhouding. De berekende waarden kunt u invullen in tabel 3. U kunt de toelichting bij de berekening van de boomkenmerken bekijken door de verschillende velden (C1 t/m C3) aan te klikken.

 

Berekenen boomkenmerken

 

C1. Diepte van de levende kroon (B3 – B4)

m

C2. Kroonpercentage (C1 / B3) x 100%

%

C3. Hoogte/diameter-verhouding (h/d)(B3 x 100) / B2

 

Tabel 3: Resultaten van de berekeningen

 

 

D: Beoordelen huidige situatie

De beslissing of al dan niet gedund moet worden, hangt af van de huidige bossituatie. Nu u de huidige situatie nauwkeurig heeft bekeken en een drietal berekeningen heeft uitgevoerd, kunt u overgaan tot het beoordelen van de huidige situatie. Tabel 4 geeft hiertoe een vijftal criteria (D1 t/m D5). Door de verschillende velden (D1 t/m D5) aan te klikken kunt u de toelichting bij de criteria bekijken.

 

Beoordeling (komt overeen met ideaal?)

 

D1. Dunningsinterval

Ja / Nee

D2. Kroonruimte

Ja / Nee

D3. Lengte takdode stamdeel

Ja / Nee

D4. Stabiliteit

Ja / Nee

D5. Bosstructuur

Ja / Nee

Tabel 4: Beoordelingscriteria

 

 

E. Conclusies

Nu alle beoordelingscriteria zijn bekeken, is het mogelijk om tot een eindoordeel te komen. U kunt nu de vraag: “Is er in de beoordeelde opstand een dunningsnoodzaak?” beantwoorden. door de antwoorden in tabel 4 opnieuw te bekijken. Heeft u ergens in tabel 4 ‘nee’ ingevuld, dan is de opstand aan een dunning toe. U kunt de achtergrond van de dunningsnoodzaak bekijken door op één van de onderstaande velden (E1 t/m E5) te klikken.

 

Dunningsnoodzaak

E1. Dunningsinterval

E2. Kroonruimte

E3. Lengte takdode stamdeel (kroondiepte)

E4. Stabiliteit

E5. Bosstructuur

Tabel 5: Bepaling dunningsnoodzaak

 

 

De vier beoordelingstabellen zijn op 1 A4-tje samengevoegd voor gebruik in het veld: Beoordelingstabellen

[Start] [Bosbouwbegrippenlijst] [Bomen] [Dunning] [Bosinventarisatie] [Ziekten & plagen] [Urban forestry] [Silvigenese] [Vragen] [Links]